Een leven zonder bamboe in zuidoost Azië is haast ondenkbaar. Bijna alles wordt er van bamboe gemaakt; bruggen, steigers, muziekinstrumenten en nog veel meer. Ook worden de eetbare scheuten als voedsel gebruikt. In Europa komt bamboe van nature niet voor. Toch is het in onze tuin wel een bijzonder avontuurlijke plant; groenblijvend, winterhard, stengels in diverse kleuren die buigzaam maar onbreekbaar zijn. Wij hebben een passie voor exotische planten; bamboe heeft iets avontuurlijks. De groeikracht spreekt enorm tot de verbeelding. Zeker als hier in het voorjaar alle scheuten opkomen. Dat is een prachtig gezicht. Naast de mooie uitstraling van de diverse soorten bamboeplanten, wint bamboe steeds meer populariteit door de duurzame en milieuvriendelijke eigenschappen.
Groei van bamboe
De rhizoom (wortelstok) van de plant bepaalt het uiterlijk en gedrag van de bamboeplant. De wortels aan de knooppunten van de rhizomen verzekeren de plant van voedsel en water. De wortels aan de onderkant van de stengel verankeren hem in de grond. Tijdens de groei van de halm die in het voorjaar in een recordtempo als een radioantenne uitschuift, wordt deze ondersteund door halmscheden (schutbladeren). Zodra de halm begint te verhouten, vallen de halmscheden af of verdrogen aan de halmen zoals bij Pseudosasa Japonica. Vervolgens ontwikkelen zich de twijgen op de halm ter hoogte van de knooppunten. Aan het aantal twijgen per knooppunt kan o.a. de soort bepaald worden. De twijgen hebben dezelfde gesegmenteerde opbouw als de wortels en de rhizomen. Aan de vertakkingen van de twijgen groeien tenslotte de penseelvormige bladeren. Deze zorgen voor de fotosynthese. Als de halmen volgroeid zijn, worden er nieuwe rhizomen gevormd. Dit gebeurd in de tweede helft van de zomer/begin van de herfst. De nieuwgevormde halmen zijn groter dan de oude en slaan de extra energie op in de nieuwe rhizomen zodat er het volgende voorjaar nog grotere halmen uit kunnen groeien. De plant is volgroeid zodra de nieuwe halmen niet meer groter worden dan de oude. De grootste soorten worden in ons klimaat ca. 8 tot 10 m hoog en ca. 6 tot 8 cm dik. De halmen staan rechtop, schommelen zachtjes in de wind en vallen niet om; een statisch wonder.
Verzorging van bamboe
De bamboe zal het beste gedijen op een windbeschutte plaats, in goed doorlatende, humusrijke grond en – afhankelijk van de soort – in de zon of schaduw. De bamboe kan het hele jaar geplant worden, maar het voorjaar is de beste tijd. Wanneer de bamboe in een droge periode wordt geplant is het belangrijk om goed water te geven. Dit kan gebeuren door een wal rond de plant te maken zodat het gietwater niet wegloopt. Wanneer de bamboe goed ontwikkelde wortels en rhizomen heeft kan deze over het algemeen goed tegen droogte. Bij een acuut tekort aan vocht rolt de plant de bladeren op om verdamping tegen te gaan.
Bemesten
Er is voldoende meststof voor de eerste drie maanden in de potgrond aanwezig. Vervolgens kunt u in het voorjaar en in de zomer een enkele keer bijmesten.
Uitbreidingsdrang
Bamboeplanten met ‘sympodiaal rhizoom’ blijven netjes op de geplante plaats groeien. Bamboeplanten met ‘monopodiaal rhizoom’ (veel Phyllostachys en Pleioblastus) kunnen in toom worden gehouden door een wortelbegrenzer rond de plant te plaatsen, tot 70 cm. diep.
Snoei
Een dwergbamboe kunt u in het voorjaar bij de grond afknippen. Het blad kan zich dan vernieuwen en de plant krijgt een compacter en gelijkmatiger uiterlijk. Een grote bamboe kunt u het beste uitdunnen door oude (kleine) en droge stengels weg te knippen.
Toepassing
Met 1 à 2 grote bamboeplanten per meter kunt u snel een dichte haag maken. Deze haag kan na de groeiperiode worden gesnoeid. De haag behoudt tot het volgende jaar de gewenste hoogte en breedte. Als solitair staan diverse soorten erg mooi bij stenen, water of andere grootbladige planten. En heeft u de beschikking over een grote tuin? Dan is een bossage een belevenis! Read more hidden text